|
|||||||||
|
“A blues/jazz musician with a passion for chromatic harmonica…” George Bisharat aka “Big Harp” George is een uit de Baai van San Francisco afkomstige blues singer-songwriter en harmonicaspeler. George koos niet voor de in de blues wereld gangbare diatonische, maar voor de chromatische mondharmonica. In zijn vroeger leven was Bisharat een strafpleiter, hoogleraar rechten aan het UC Hastings College of the Law (San Francisco, CA) en expert/commentator voor recht en politiek in het Midden-Oosten. George zegt qua muziekstijl beïnvloed te zijn door George "Harmonica" Smith, William Clarke en Paul deLay. Big Harp George stond in 2002 voor het eerst in een opname studio, omdat hij gevraagd was om op ‘Guitar Brothers’, het album van Otis Grand & Joe Louis Walker, op één track harmonica te spelen. Otis Grand vroeg George daarna om ook om op zijn 2006-album, ‘Hipster Blues’ harmonica te spelen. Daarna was het zes jaar wachten (want muziek was toen nog altijd niet de hoofdbezigheid van George!) tot in 2014, wanneer hij solo debuteert met ‘Chromaticism’, een album dat hij met o.a. Little Charlie Baty (1953-2020), Kid Andersen, Rusty Zinn en Chris Burns opnam. 2014 was ook het jaar dat George door Living Blues Magazine gekozen werd als een van de vijftien "rising stars". ‘Cut My Spirit Loose’ is de opvolger van ‘Living In the City’ (2020) en zijn vierde studio album dat Big Harp George in de Greaseland Studio van Kid Andersen opnam. George droeg het album op aan Little Charlie Baty, die een maand na de opnames overleed. Ook nu weer kon George rekenen op producer Chris Burns (toetsen). Hij was er al vanaf het begin bij, net als Kid Andersen (geluidstechnicus, gitaar) en Michael Peloquin (saxen). Mike Rinta (trombone, tuba) voegde zich bij hen voor het tweede album (‘Wash My Horse In Champagne’, 2016) en speelde in de loop van de tijd een steeds grotere rol. June Core en Derrick D'Mar Martin zaten achter de drumkit en Derrick voegde percussie toe. Net als op de twee afgelopen albums, plus de twee waaraan we ze nu werken, zijn de Sons of the Soul Revivers (James, Walter en Dwayne Morgan) een integraal onderdeel van Big Harp George’s geluid geworden. Op het album staan 13 tracks, die George op één na schreef. Het album opent met “It’s Tuesday”, met West Coast Swing, de doowops van Lisa & Loralee inclusief. In het nummer dat volgt zingt George met de nodige humor over “Pile Driving Sam”, een knappe bouwvakker annex rokkenjager, die de vrouwen in het dorp zot maakt. Sam moet echter halsoverkop snel moet vertrekken omdat de jaloerse echtgenoten jacht op hem maken. Muzikaal wordt het erg jazzy vanaf, “Give Me the Dark”. Het is een rustig nummer met prachtig mondharmonicawerk en wat sax van Pelmoquin in de achtergrond. Daarna belanden we op “Bustin’ Out” (de eerste van de drie instrumentals) met het nodige getoeter van Mike Rinta op zijn tuba,in New Orleans in een Mardi Gras party. Dr. John is hier niet ver weg! “She’s a Woman” is hier (de verrassende) enige Lennon/McCartney-Beatles’ cover. Het nummer krijgt een geslaagde Latin boogaloo-update. George wordt daarna persoonlijk in twee prachtige swing/jazznummers. De instrumental “Jump Abu Lula!” gaat over zijn hond Lulu en “My Dog Is Better Than You” zegt als statement genoeg. Op het einde van het nummer is er een gastoptreden van Lulu zelf, die nog een paar keer net buiten de tijd blaft. De swing/jazz verandert dan in swing/blues met het lockdownnummer, “Prince of Downward Mobility” en bump/blues “Rantytown”. In het laatste zingt George over publiciteitsgeile corona-complotdenkers, die hij uit zijn stad wil jagen. Voor “Behind the Eight Ball” bekeek George zichzelf in een spiegel. Want zoals ieder mens maakt ook hij fouten, waarvan hij probeert te leren om een beter mens te worden. Dat is waar het in nummer over gaat. “Take a Knee” -op één knie knielen als een vreedzaam middel om te protesteren tegen racisme-is dan een rustige, erg bluesy song met prachtige warme gospelachtige achtergrondzang van de Sons of the Soul Revivers. “Sunrise Stroll” voelt door de chromatische mondharmonica ook aan als een zomerse relaxte wandeling. “Captain Jack”, de afsluiter (met verrassend fluitspel van Ben Torres), is een emotionele ode aan Captain Jack (Kintpuash), het opperhoofd van het indianenvolk Modoc, dat oorspronkelijk in het noorden van Californië woonde. Eric Schuurmans
‘CUT MY SPIRIT LOOSE’: tracklist: 01. It’s Tuesday - 02. Pile Driving Sam - 03. Give Me the Dark - 04. Bustin’ Out* - 05. She’s a Woman [John Lennon/Paul McCartney] - 06. My Dog Is Better Than You - 07. Jump Abu Lula!* - 08. Prince of Downward Mobility - 09. Rantytown - 10. Behind the Eight Ball - 11. Take a Knee - 12. Sunrise Stroll* - 13. Captain Jack (*instrumental) | Music/Lyrics: Big Harp George, or as [noted] | Producer: Chris Burns | Credits: Big Harp George: harmonics, lead vocs / Kid Anderson: guitar, bass / Chris Burns: keys / Michael Peloquin: tenor & bari sax / Doug Rowan: bari sax / Mike Rinta: trombone, tuba / Ed Morrison & Jeff Lewis: trumpet / Ben Torres: flute / June Core & Derrick D'Mar Martin: drums / Joe Kyle Jr.: bass / Derrick: percussion & Sons of the Soul Revivers (James, Walter & Dwayne Morgan): b-vocs / Lisa Leuchner Andersen & Loralee Christensen: b-vocs / Lulu Bisharat: woofs (6) Discography BIG HARP GEORGE:Cut My Spirit Loose [2023] | Living in the City [2020] | Uptown Cool [2018] | Wash My Horse In Champagne [2016] | Chromaticism [2014] | Hipster Blues, by Otis Grand, feat. Big Harp George (harmonica) [2006] | |